Sigarettenrook bevat meer dan 4000 verschillende chemicaliën, waarvan nicotine de belangrijkste is. Nicotine is een natuurlijke, kleurloze vloeistof, afkomstig van de tabaksplant. Nicotine wordt beschouwd als een verslavingsdrug, zodat roken de meest voorkomende vorm van nicotineverslaving is.
Roken veroorzaakt wereldwijd veel ziekten die anders hadden kunnen worden voorkomen. Het effect van nicotine op de hersenen en het lichaam is meervoudig. Met elke sigaret inhaleert de gebruiker ongeveer 1 tot 2 milligram nicotine. De roker ervaart direct na blootstelling aan nicotine een 'roesgevoel', doordat de bijnieren worden gestimuleerd epinefrine (=adrenaline) af te scheiden. De adrenalineroes stimuleert het lichaam, verhoogt de bloeddruk en versnelt de ademhaling en de hartslag.
Nicotine veroorzaakt ook afgifte van dopamine in de hersenen. Dopamine is een chemische stof die zorgt voor gevoelens van genot en welzijn. Na blootstelling aan nicotine geeft de dopamine de roker een gevoel van gelukzaligheid, vergelijkbaar met andere psychoactieve drugs. Dergelijke roesgevoelens versterken het verslavende effect van nicotine.
Herhaalde blootstelling aan nicotine leidt tot een gewenningsproces, waarbij een steeds hogere dosis drugs nodig is om hetzelfde stimulerende effect te verkrijgen. Wanneer het nicotineniveau te laag wordt, krijgt de roker ontwenningsverschijnselen.
Deze verschijnselen kunnen zijn: een trage hartslag, concentratieproblemen, nervositeit, hoofdpijn, toenemende eetlust en lichaamsgewicht, slapeloosheid, prikkelbaarheid en depressie. Hoewel deze verschijnselen op den duur afnemen, maken deze bijwerkingen het voor de meeste rokers moeilijk om hun gewoonte op te geven.
Maar voor mensen die echt met roken willen stoppen zijn er voldoende hulpmiddelen en methoden te krijgen die daarbij ondersteuning bieden. Raadpleeg je huisarts of een andere zorgverlener voor informatie over deze hulpmiddelen.
Bron: Gezondheidsnet